Morgen
Iedereen die mij morgen vraagt of ik vandaag heb geleefd, antwoord ik dat ik dat niet weet, omdat ik teveel naar morgen heb gestreefd. Maar wie heeft ons morgen beloofd? Ik leef met de dag. Slaap is het maatje van de dood, dus wie biedt mij de garantie dat ik morgenochtend niet van mijn leven ben beroofd? Het enige wat zeker is, is dat ik nu ben, dat ik nu leef en dat ik nu besta. Maar wie zegt dat het morgen niet de tijd is dat ik ga? Ik ben hier, hopend om morgen. Morgen met al haar zorgen, meestal niet verwacht, toch onder haar glimlach verborgen. Morgen met al haar kansen en keuzes, vallen en doelen, prestaties en gevoelens. Ik kom morgen tegemoet, met alle moed die ik zal moeten hebben. Elke seconde zal ik tellen en zal ik laten tellen, om later na te vertellen.
In al onze haast naar de volgende dag, beseffen we niet dat het soms wat minder mag. Event een lach, iets meer ontzag tegenover de volgende dag. Herinneringen creëren en opslaan, erbij stil staan en doorgaan. Zodat we morgen met een glimlach naar vandaag kunnen kijken. En dat morgen op vandaag mag lijken.